Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk het waarborgen van een gelijkwaardig niveau van bescherming voor natuurlijke personen en rechtspersonen en van het vrije verkeer van persoonsgegevens in de hele Unie, niet voldoende door de lidstaten alleen kan worden verwezenlijkt en derhalve, gezien de omvang en de gevolgen van de maatregelen, beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. In overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel van dat artikel gaat deze verordening niet verder dan hetgeen noodzakelijk is voor het bereiken van deze doelstelling,