Om volledige samenhang met Verordening (EU) 2016/679 te garanderen, moet de handhaving van de bepalingen van deze verordening worden toevertrouwd aan dezelfde autoriteiten die belast zijn met de handhaving van de bepalingen van Verordening (EU) 2016/679 en berust de onderhavige verordening op het coherentiemechanisme van Verordening (EU) 2016/679. De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om in overeenstemming met hun constitutionele, organisatorische en bestuurlijke structuur meer dan één toezichthoudende autoriteit in te stellen. De toezichthoudende autoriteiten moeten ook belast worden met het toezicht op de toepassing van deze verordening ten aanzien van elektronische-communicatiegegevens van juridische entiteiten. Dergelijke bijkomende taken mogen niet ten koste gaan van de capaciteit van de toezichthoudende autoriteit om haar taken met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens in het kader van Verordening (EU) nr. 2016/679 en deze verordening uit te oefenen. Elke toezichthoudende autoriteit dient te beschikken over de bijkomende financiële en personele middelen, dienstruimten en infrastructuur die nodig zijn om haar taken uit hoofde van deze verordening doeltreffend uit te voeren.