Wanneer de verwerking van elektronische-communicatiegegevens door aanbieders van elektronische-communicatiediensten binnen het toepassingsgebied van de verordening valt, dient te worden voorzien in de mogelijkheid voor de Unie of de lidstaten om onder specifieke voorwaarden bepaalde rechten en verplichtingen bij wet te beperken indien een dergelijke beperking een noodzakelijke en evenredige maatregel in een democratische samenleving vormt ter bescherming van specifieke openbare belangen, waaronder de nationale veiligheid, de landsverdediging, de openbare veiligheid, het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van bedreigingen voor de openbare veiligheid en andere belangrijke doelstellingen van algemeen belang van de Unie of van een lidstaat, met name een belangrijk economisch of financieel belang van de Unie of een lidstaat, of een taak op het gebied van controle, inspectie of regelgeving die verbonden is aan de uitoefening van het openbaar gezag voor deze belangen. Deze verordening mag derhalve geen afbreuk doen aan het vermogen van de lidstaten om wettelijk toegestane interceptie van elektronische communicatie te verrichten of andere maatregelen te nemen, indien die noodzakelijk en evenredig is ter bescherming van de bovengenoemde openbare belangen, in overeenstemming met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, zoals uitgelegd door het Hof van Justitie en het Europees Hof voor de rechten van de mens. Aanbieders van elektronische-communicatiediensten moeten zorgen voor passende procedures om legitieme verzoeken van bevoegde autoriteiten te vergemakkelijken, indien nodig ook rekening houdend met de rol van de overeenkomstig artikel 3, lid 3, aangewezen vertegenwoordiger.