Voor de toegang tot elektronische-communicatienetwerken moet regelmatig een aantal gegevenspakketjes worden uitgezonden om een verbinding met het netwerk of met andere apparaten op het netwerk op te sporen of in stand te houden. Verder moet aan apparaten een uniek adres worden toegewezen om identificeerbaar te zijn om op dat netwerk. Ook voor draadloze- en mobieletelefoonnormen moeten actieve signalen worden uitgezonden met unieke identificatoren zoals een MAC-adres, de IMEI (International Mobile Equipment Identity station), de IMSI, enzovoort. Een enkel draadloos basisstation (d.w.z. een zender en ontvanger), zoals een draadloos toegangspunt, heeft een bepaald bereik waarbinnen deze informatie kan worden opgevangen. Er zijn dienstverrichters op de markt gekomen met een aanbod van volgdiensten op basis van het scannen van aan de uitrusting verbonden informatie, die diverse functies kunnen verrichten, onder meer het tellen van personen, de verstrekking van gegevens over het aantal personen in de wachtrij, de controle van het aantal mensen in een specifiek gebied, enz. Deze informatie kan worden gebruikt voor meer agressieve doeleinden, zoals het verzenden van commerciële boodschappen aan eindgebruikers, bijvoorbeeld bij het binnengaan van een winkel, met gepersonaliseerde aanbiedingen. Hoewel sommige van deze functies geen hoge risico’s voor de persoonlijke levenssfeer inhouden, wordt bij andere functies bijvoorbeeld gebruik gemaakt van het traceren van personen in de tijd, onder meer voor herhaalde bezoeken aan specifieke plaatsen. Aanbieders die zich op dergelijke praktijken toeleggen, moeten aan de rand van het dekkingsgebied duidelijk zichtbare berichten aanbrengen waarmee eindgebruikers voordat zij het afgebakende gebied betreden, worden geïnformeerd over de operationele werking van de technologie binnen een bepaalde perimeter, het doel van de volgtechniek, de persoon die daarvoor verantwoordelijkheid draagt en het bestaan van elke maatregel die de eindgebruiker van de eindapparatuur kan nemen om het verzamelen van gegevens te beperken of te beëindigen. Er moet aanvullende informatie worden verstrekt wanneer er persoonsgegevens overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 2016/679 worden verzameld.