Eindapparatuur van gebruikers van elektronische-communicatienetwerken en informatie met betrekking tot het gebruik van dergelijke eindapparatuur, ongeacht of deze met name in dergelijke apparatuur wordt opgeslagen of daardoor wordt uitgezonden, wordt opgevraagd of verwerkt om een verbinding met andere apparaten of netwerkuitrusting mogelijk te maken, behoren tot de persoonlijke levenssfeer van de eindgebruikers die krachtens het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden moet worden beschermd. Aangezien in dergelijke apparatuur gegevens zitten of verwerkt worden die nadere informatie kunnen vrijgeven over iemands persoonlijke, politieke of maatschappelijke ingesteldheid, waaronder de inhoud van de communicatie, foto’s, de locatie van de personen door gebruik van de GPS-functie van het apparaat, contactlijsten en andere informatie die reeds in het apparaat is opgeslagen, moet de informatie met betrekking tot deze apparaten een sterkere privacybescherming krijgen. Voorts kunnen zogenoemde spyware, webbugs, verborgen identificatoren, tracking cookies en andere soortgelijke ongewenste volgsystemen de eindapparatuur van de eindgebruiker zonder zijn medeweten binnendringen om toegang te zoeken tot informatie, verborgen informatie op te slaan of de activiteiten te volgen. Informatie met betrekking tot de uitrusting van eindgebruiker kan ook op afstand worden verzameld met het oog op identificatie en traceeractiviteit, met gebruik van technieken zoals de zogenoemde "device fingerprinting", vaak zonder medeweten van de eindgebruiker, hetgeen kan leiden tot ernstig inbreuken op de persoonlijke levenssfeer van deze eindgebruikers. Technieken om ongemerkt handelingen van eindgebruikers te controleren, bijvoorbeeld door hun onlineactiviteiten op het internet of de locatie van hun eindapparatuur te volgen of de werking van de eindapparatuur van eindgebruikers te verstoren, vormen een ernstige bedreiging voor de privacy van de eindgebruikers. Daarom mag een dergelijke interferentie met de eindapparatuur van de eindgebruiker alleen worden toegestaan met de toestemming van de eindgebruiker en voor specifieke en transparante toepassingen.